Vorig jaar hielden we een brede bevraging bij de inwoners van de Scheldevallei. Er bereikte ons heel wat positieve input, maar ook een aantal vragen, opmerkingen en bezorgdheden. Via deze weg willen we hierop een antwoord bieden. We behandelen in aparte artikels de diverse thema's:
- Draagkracht van ons gebied en overlast door toerisme
- Landbouw onder druk
- Wat met mijn eigendom?
- Versnipperd park met vele kleinere natuurgebieden
- Industrie en evenementen in conflict met natuur
Draagkracht van ons gebied
Bij een aantal deelnemers van de bevraging heerst er ook wel wat ongerustheid over de nadelige gevolgen van toerisme. Ze hebben schrik voor overlast en drukte. En wat zijn de gevolgen voor de natuur? Hebben we wel toerisme nodig? We proberen hieronder in dit eerste artikel alvast deze bezorgdheden weg te nemen.
Te veel bezoekers
- "In België hebben we geen inzicht op het aantal bezoekers en dus geen controle hoe de bezoekers zich gedragen in dit gebied (n.v.d.r. Nationaal Park Scheldevallei)."
- "We hebben geen nood aan extra recreatie, toerisme, bussen,… het zou de plaatselijke inwoner eerder afschrikken om naar de Kalkense Meersen te gaan dan motiveren."
Niet blind voor dit risico
Het sterke merk Nationaal Park biedt tal van opportuniteiten, maar loopt ook het risico slachtoffer te worden van het eigen succes. Mensen beseffen dat ze natuur nodig hebben en bezoeken graag natuurgebieden. Het continue monitoren en bewaken van een gezond evenwicht tussen toerisme, natuur en bewoners (in ruime zin zoals ook landbouwers, private eigenaars, ...) loopt dan ook als een rode draad door onze plannen.
Nationaal Park Scheldevallei herbergt waardevolle fauna en flora in een dynamisch rivierlandschap. Hierdoor is het park extra kwetsbaar voor toeristisch-recreatieve druk. Een te hoge recreatiedruk is zowel voor de natuur, de omliggende landbouw als de inwoners nefast. Ook voor de kwaliteit van een bezoek is het belangrijk de recreatiedruk te begrenzen en te spreiden.
In de drukst bezochte delen langs de rivieren voelen de omwonenden de druk van recreatie en toerisme. Het gevoel van draagkracht van de omwonenden hangt natuurlijk samen met het draagvlak voor Nationaal Park Scheldevallei. Dat draagvlak is met 72,6% hoog. We willen de druk van toerisme en recreatie op de omwonenden monitoren door op regelmatige basis bevragingen te houden. We willen ook een laagdrempelig aanspreekpunt zijn voor bezorgdheden van bewoners, landbouwers en private eigenaars.
Foto: Hoogseizoen aan Taverne 't Veerhuis in Berlare
Al ervaring opgebouwd
We komen ook niet volledig onbeslagen ten ijs. We zullen de ervaringen rond beheersen van draagkracht opgedaan in de Sigmagebieden en Kalkense Meersen Donkmeer gebruiken voor de rest van het Nationale Park. De Sigmagebieden vormen een belangrijk deel van de verwilderde gebieden in Nationaal Park Scheldevallei. Bij de inrichting van de Sigmagebieden wordt steeds enkel een efemere of beperkte padenstructuur ingepland. Dat is de beste garantie op een luw gebied. Het Sigmaplan en de plannen voor recreatie en toeristisch medegebruik van de natuurgebieden spelen hier op in en worden gemonitord en aangevuld. Er wordt gewerkt op vijf fronten:
- Geleiden van bezoekers door beperkte aanleg van paden in de natuurgebieden en niet in de meest waardevolle natuurgebieden.
- Sturen van gebruik van paden door aangepaste bebording en aangepaste verharding of ondergrond van de paden.
- Bezoekers informeren bij verwelkoming en via alle mogelijke kanalen (vb. gemeentebladen, websites, social media, gidsen, …) en in extreme omstandigheden of kwetsbare periodes - zoals het broedseizoen - afsluiten van gebieden
- Handhaving aan de hand van politiereglementen van de gemeenten en toegankelijkheidsreglementen van de terreinbeheerders.
- Permanent overleg en samenwerking op het terrein tussen de betrokken partners (natuurbeheerders, gemeenten, …).
Afbeelding: Schets Sigmaplan Klein Broek en Groot Broek
Samenwerking en spreiding
Daarnaast zijn er ook de ervaringen van onze collega’s van Nationaal Park Hoge Kempen. Zij bestaan als sinds 2006 en hebben hierin heel wat expertise opgebouwd. Internationaal ligt 85 procent van de bezoekersinfrastructuur binnen de grenzen van het park. Maar hoe meer mensen in de natuur rondlopen, hoe meer de natuur onder druk komt. Nationaal Park Hoge Kempen heeft haar infrastructuur daarom buiten het park gelegd. De poorten van het Nationaal Park Hoge Kempen liggen soms op kilometers van het park, dicht bij een kerk en een dorpscentrum. De bezoekers komen eerst daarnaartoe, ze drinken er iets, overnachten er. Het wandelen en fietsen wordt hierbij op een grotere landschapsschaal neergezet, waardoor de druk op het park wordt gespreid. Veel mensen die naar het park komen om te fietsen of te wandelen, bezoeken het eigenlijke park zelfs niet. De draagkracht van de natuur wordt versterkt en de tegenstelling tussen te veel bezoekers en de natuur hiermee opgelost.
We zijn er ook van overtuigd dat door de samenwerking tussen de verschillende deelgebieden onder de koepel van het Nationaal Park de draagkracht beter beheersbaar wordt. Een ruimere gebied laat beter spreiding van de bezoekersstromen toe. Drukbezochte deelgebieden kunnen een stuk ontlast worden door de op dit moment minder bekende stukjes van de Scheldevallei. Doel is om naar een gedifferentieerde slimme ontsluiting toe te werken.
Foto: Icoonfietsroute (c) Toerisme Scheldeland
Slecht voor de natuur
- "Creatie van gebieden waar men niet meer in mag en massatoerisme leggen een hypotheek op de streek."
- "Dit heeft niets te maken met natuurbehoud en bescherming van waardevolle gebieden, enkel om meer toeristen te lokken. In onze regio ligt het al vol met wandel- en fietsroutes, de dijken worden nu al druk gebruikt."
- "Is al dat toerisme dan zoveel beter om de natuur te behouden en beschermen? (Bv meer zwerfvuil)"
Een Nationaal Park zal inderdaad meer toeristen aantrekken, maar creëert daarbij tegelijk ook een overkoepelende structuur die zorgt voor nuttige coördinatie en samenwerking. Dit zal de natuur beter beschermen en ook extra natuur creëren.
We zijn zeker niet blind voor de mogelijke negatieve effecten zoals afval, lucht- en watervervuiling, CO2-uitstoot en (recreatie)druk en verstoring in de natuur. Afhankelijk van het type en gedrag van toeristen kan er sprake zijn van een negatief effect van toerisme. Maar door samenwerking gaan we dit beter en meer gecoördineerd kunnen aanpakken.
Foto: DeWaterbus (c) Toerisme Scheldeland
Positief inzetten
Daarnaast kan toerisme ook een positieve invloed hebben op de natuur en beschermde gebieden. De economische opbrengsten van toerisme kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om de lokale flora en fauna te beschermen. Ook lokale overheden worden gestimuleerd wanneer men een economisch voordeel ziet in het beschermen van de natuurlijke leefomgeving. We zien bijvoorbeeld ook een stijgende kwaliteit van de natuur tussen de bezoekerscentra buiten een park en de eigenlijke natuurkern. Gemeenten hebben extra aandacht voor meer groene lanen en planten bomen aan om de wandel- en fietsinfrastructuur zo mooi mogelijk te integreren in het park.
Met een Nationaal Park combineren we natuurherstel met het creëren van banen, het stimuleren van de lokale economie en de samenleving weer verbinden met de natuur. De bedoeling is wel degelijk om bij beleidskeuzes de voorrang te geven aan de natuur om te vermijden dat de draagkracht van de natuur wordt overschreden. Essentieel is dus het werken met slimme zonering. Je hebt de waardevolle natuurgebieden en daarnaast zones gecombineerd met o.a. landbouw, maar ook daar zijn de natuurwaarden sturend. En tenslotte is er nog een zone om de druk op de natuur breder te spreiden. Denk aan de wandel- en fietsinfrastructuur buiten het park.
Er zijn nationale parken met gesloten grenzen waar je toegangsgeld betaalt. Ons Nationaal Park is open zonder toegangsgeld, omdat de natuur voor iedereen is. Er zijn manieren om op een andere manier geld in het systeem te brengen. Een mogelijkheid bestaat er in om bezoekers te inspireren om een donatie te doen. Er is al onderzoek gedaan naar de bereidwilligheid om te betalen voor de natuur. Bij een overnachting nabij een natuurpark die 100 euro kost, kun je een keuze voorzien om bijvoorbeeld een euro toevoegen, zodat je 101 betaalt. Bij Festival STROOM hebben we dit al toegepast bij de inkomtickets. Met de opbrengst werd het STROOMbos in Berlare aangelegd.
Foto: Plantactie STROOMbos (c) Frederik Declercq